De berm stond vol met rode klaprozen. Het was een prachtig gezicht. Dat knalrood tussen alle grassen. Zij zag het niet. Ze voelde wel de warmte van de zon in de auto maar ze kon niet bedenken dat ze een raampje open kon zetten. Ze zat daar in haar auto aan de kant van de snelweg, als was ze verdoofd en ze had geen idee hoe ze thuis moest komen.